De valkenkast wordt ieder jaar uitgeprobeerd door een mannetjes valk die een vrouwtje lokt, maar het vrouwtje vindt het telkens niets. Precies in zo'n week werd de slootkant van de aangrenzende akker met hels kabaal gemaaid of wordt de akker beregend met een waterstraal die onder hoge druk door de bomen spoot. Misschien hangt de kas, met vrije aanvlieg route, iets te laag (3,5m ipv 4m).
Wel zijn er ieder jaar valken op het erf en broeden dus ergens in de buurt. Ze vangen vanaf de waslijnpaal waarschijnlijk meer mussen uit de ligusterhaag, dan de katten van de buren.
Mussen en spreeuwen nestelen vaak onder dakpannen. De koolmezen en pimpelmezen kiezen een vogelhuisje. Kleine zangvogels, merels en de (grote bonte) lijsters nestelen in de struiken en bomen. Ook de houtduif zoekt een plek hoog in een boom. En het winterkoninkje kiest elk jaar een verrassende plek, zelfs een keer in een kokerbalk van het busje dat twee weken niet heeft gereden.
De uilen hebben hun nest niet hier, maar in coniferen en schuren in de buurt. Ze jagen hier wel iedere avond op muizen.
Om veel vogels in de tuin te krijgen is het belangrijk dat er het hele jaar door voedsel voor ze is en nestgelegenheid om te broeden of om te schuilen. In de erfsingel zijn veel besdragende struiken en bomen met zaden. Ook eten veel vogels zaden van bloemen. Zoals paardebloem- en distelzaden. De vinken en puttertjes zijn hier dol op!
Maar ze helpen je ook in de moestuin. De lijsters en merels zijn dol op rupsen van de kool.