Lavas, Levisticum officinale (Apiaceae - Schermbloemigen)
Lavas is een vaste plant, vormt een grote kluit wortels met groen blad dat wel tot 2 meter hoog groeit. Het heeft sterk geurend aromatisch blad en krijgt bloeistengels met gele schermbloemen.
De plant groeit graag op voedzame grond in de zon en heeft in de zomer wel voldoende water nodig. De bodem moet luchtig en water doorlatend zijn. Op zwaardere kleibodems is het goed om het plantgat van de lavas luchtiger te maken met voldoende compost.
Lavas groeit beter in de volle grond dan in een pot, omdat de plant grote vlezige wortels maak en voldoende water nodig heeft. In een pot droogt dit te snel uit in de zomer. In de late herfst sterft het bovengrondse deel van de plant af, maar de wortel is winterhard.
Lavas is een vaste plant in de kruidentuin of moestuin. Bedenk een goede plek waar deze plant jaren lang kan blijven staan.
De plant is te vermeerderen uit zaad, door stekken en door het scheuren van de wortel. Zaaien kan, met vers zaad, in het voorjaar, waarna je de jonge planten uitdunt of gecontroleerd verder oppot. In het najaar kun je deze planten dan uitplanten op de definitieve plek.
In de herfst kun je stekken (aan de zijkant) van de plant wegnemen. Deze pot ik eerst verder op tot ze voldoende wortel hebben, waarna je deze later kan uitplanten.
De plant is het gemakkelijkste te vermeerderen door te scheuren. In het najaar (of evt. voorjaar) steek je met een scherpe spade een paar stukken van de wortelkluit van een minimaal 3 jaar oude plant af. Deze stukken wortel plant je opnieuw uit in goed doorlaatbare grond, in een plantgat met voldoende compost, op een zonnige plek. Rondom de plant kun je oude stalmest leggen en het geheel afdekken met wat stro of plantenresten. In het voorjaar loopt de plant dan weer uit met groene bladeren.
Markeer de plekken goed waar je in het najaar wortels of jonge planten uitplant. Het bovengrondse deel van deze planten sterft in de winter af waardoor je niet meer ziet waar de wortel zich bevindt.
Oogst van jonge meerjarige planten pas volop vanaf het 2e of 3e jaar. Het wortelgestel van deze planten kan dan groot genoeg groeien om het sterke weg plukken van bladeren te kunnen compenseren met nieuwe aangroei.
Zowel de bladeren als de zaden kunnen gegeten worden of verwerkt worden in gerechten.