Testen van de grondsoort en de conditie van de grond

grondsoort_test

Om de grondsoort te bepalen kun je een test doen met grond in een pot water. Spit op 5 plaatsen een spade diep wat grond op en haal de stenen en takjes eruit. Vul hiermee een grote jampot voor 3/4 en vul deze tot iets onder de rand af met water. Voeg eventueel een druppel ecologisch afwasmiddel toe. Sluit de pot af en schut hem stevig door tot een egale bruine vloeistof.

Laat de jampot dan 24 uur onaangeroerd staan en lees af wat de verdeling in de lagen is. Na een half uur zijn al de zwaarste deeltjes naar de bodem gezakt, dat is zand. Een uur later daalt ook het lichtere leem neer op het zand. In de overige uren zullen langzaam de lichtste kleideeltjes neerslaan, met daarboven helder water. Het humus uit de grond drijft dan op het water.

Meet dan de hoogte per laag en meet de totale hoogte van de drie lagen. Je deelt de afzonderlijke lagen door de totale hoogte, vermenigvuldigd met 100 en je weet het percentage per laag. Met een schematische piramide waarin de samenstelling van alle grondsoorten is getekend, kun je aflezen welke grond jij hebt. Volg de lijn bij het percentage zand schuin omhoog tot het de horizontale lijn van het percentage klei kruist. Bij afwezigheid van klei, is er misschien wel silt (een iest grovere korrel dan klei, maar kleiner dan zand). Volg dan de lijn van het percentage silt schuin naar beneden tot waar het de lijn met het percentage zand. Het humus uit de grond drijft naar boven in de pot.

In mijn geval had ik ongeveer 8% klei, 49% silt en 32% zand, ofwel: zandig leem.

bodemstructuur_diagram_eurofins

Bron: bodemstructuur diagram voor Nederland
Uit persoonlijke correspondentie met Eurofins agro

 

Percolatie-test

Met een percolatie‐test bekijk je de doorlaatbaarheid van de bodem. Graaf een gat van ongeveer 60cm diep en 30cm breed en gooi daarin een emmer water leeg. Laat dit geheel weglopen en gooi dan nog een zelfde hoeveelheid water hierin. Dit keer houdt je bij hoelang het duurt voordat dit wegzinkt in de bodem. In mijn tuin zakt het water binnen 12 uur de bodem in.

percolatie_test

‐ minder dan 12 uur: goed gedraineerde grond, hierin kun je alle planten zonder dat het verzuipt
‐ tussen 12 en 24 uur: hierin kun je planten kweken die zware kleigrond verdragen
‐ meer dan 24 uur: hierin kunnen planten en bomen groeien die kunnen tegen incidentele overstromingen

pH-waarde test

Om te weten wat te doen om een vruchtbare bodem te krijgen, moet je eerst weten wat de grondsoort is en in welke conditie deze verkeert. Hiervoor kun je een grondsoort test doen om te zien wat de samenstelling van de grond is en een percolatie-test voor de doorlatendheid van de bodem. Om de zuurgraad van de bodem te bepalen doe je een test om de pH‐waarde te bepalen. De meeste (tuin)grond heeft een pH4 en pH8. Een tuin met pH4 tot pH5.5 heeft een zure bodem, tuingrond met een pH tussen de 5.5 en 6.8 is een neutrale bodem en bodem met een waarde van pH6,8 tot pH8 heeft basische grond. De meeste moestuinplanten doen het goed bij een pH waarde tussen de 6 en 7,5.

De pH‐waarde meet je door wat grond te mengen met gedemineraliseerd water en daarvan een druppel op pH‐papier te laten vallen. Dit is minder nauwkeurig dan de waarden uit een lab, maar ik kwam op een pH van ruim 7. Uit een grondwatermonster kwam een pH van 7,2. Dit grondwatermonster toonde ook dat het grondwater sterk ijzerhoudend is op de diepte van de bronput. Dit is niet geschikt als drinkwater voor vee, maar kan wel bij droogte gebruikt worden voor beregening van gewassen. De zuurgraad van een bodem is ook af te lezen aan signaalplanten.